Het was in de zomer van 2003 dat onze dochter weer contact met ons opnam. We hadden toen al meer dan 2 jaren geen enkel contact meer met haar. Ze woonde nu in Den Haag met haar 2 kinderen, een jongen van 3 en een meisje van 1 jaar oud. We zagen haar weer in Den Haag en ook de 2 kinderen.

We schrokken want ze zag er slecht uit, ze bleek ernstig verslaafd te zijn.
Haar vriend bleek ook verslaafd.
November 2003 bracht ze de twee kinderen bij ons en vroeg om voor hen te zorgen. We hebben ons leven omgegooid en twee kamers als kinderkamer ingericht en we hebben ons leven ingesteld om voor de volle honderd procent voor hen te gaan zorgen. In het begin noemden ze ons opa en oma. Dat waren we ook.

Na een jaar vroegen begonnen ze ons opapapa en omamama te noemen.
De kleine jongen ging inmiddels naar de basisschool.
Niet lang daarna kwamen ze vragen wat papa's en mama's eigenlijk doen.
We legden hen uit, dat papa's en mama's voor hen zorgen, dat ze hen eten geven en zorgen dat ze schone kleren hebben en hun troosten als ze verdrietig zijn en er altijd voor hen zijn. Maar dat doen jullie toch zeiden ze.
Mogen we jullie dan papa en mama noemen vroegen ze.
Als jullie dat willen mag dat, maar we zijn opa en oma, zeiden we tegen hen.
Sindsdien noemen ze ons papa en mama alhoewel ze weten dat we oma en opa zijn.
Nu is het zeven jaar later en ze noemen ons nog steeds papa en mama.
Mijn vrouw heeft inmiddels de voogdij gekregen van de rechter.

Ons leven is nu helemaal gefocused op het opvoeden van onze twee kleinkinderen en ervoor te zorgen dat ze twee goede evenwichtige volwassen mensen gaan worden.
We hebben indertijd onze vrijheid en ongebondenheid ingeleverd.
We zijn niet meer de jongsten maar we leven graag voor deze twee prachtige kinderen.
En we zullen dat altijd blijven doen.
We zijn de vijftig al gepasseerd en we voelen ons weer jong geworden met deze twee dappere kinderen om ons heen.
Ze zijn ons leven geworden.