Vroeger, woonde er bij ons in de straat een oud vrouwtje. Haar man was al overleden, en zij woonde al jarenlang alleen in een klein huisje. Elke dag zag ik haar rond etenstijd met een pannetje haar huisje verlaten, ik dacht er nooit bij na tot ik wat ouder werd en ik me af begon te vragen wat ze met dat pannetje ging doen.

Op een dag reed er een lijkwagen de straat in. Hij stopte voor het huis van de oude vrouw, waar inmiddels ook politie en familie was. De vrouw was vredig in haar slaap overleden.

Buren en kennissen bezochten haar begrafenis en één van de buren kwam thuis met het opgeloste raadsel van het pannetje. Daar in zat eten voor een ziekelijke buurtbewoner die zelf niet meer kon koken. Het oude vrouwtje had de bewoner daadkrachtig ondersteund.

Nu nog, als ik iets kan doen voor een ander mens, zie ik het oude vrouwtje in gedachten weer voor me met haar pannetje. Zo werd zij, niet wetend, een inspiratiebron voor mij, maar ook voor anderen: want hoe liep het af met de zieke, hulpbehoevende buurtbewoner? Die werd vanaf dat moment door andere buurtbewoners geholpen...