Regen tikt zacht tegen tentdoeken. Een windje waait over de vijver van Jachthuis Sint Hubertus. De eerste dag van de meivakantie is geen dag om buiten in luchtige kleding rond te lopen. Onder de bomen naast de vijver van het Jachthuis staan kinderen te luisteren. Te luisteren naar volwassenen die wijzen naar drolletjes en enge waterbeestjes. Open monden, opgewonden gedrang bij de microscoop naast een zelfgemaakt aquarium. Wat gebeurt hier toch?
De volwassenen zijn vrijwillige natuurgidsen van Het Nationale Park De Hoge Veluwe, een 5.500 hectare groot natuurgebied tussen Ede, Arnhem en Apeldoorn. Zij staan hier op die eerste meivakantiedag om te helpen bij “Speuren naar Sporen,” een puzzeltocht met heuse workshops die is georganiseerd door Joke . Uit wat de gidsen de kinderen vertellen, spreekt de liefde voor de natuur. En de kinderen, die vinden het prachtig. Raden welk drolletje bij welk dier hoort.. da’s wel een beetje vies! Maar ook leuk. “Ik wist niet dat een moeflon zulke kleine drollen had!” roept een klein jongetje lachend. “Kijk mam, dit is nou een schaatsenrijder. Die is volgens mij veel sneller dan Sven Kramer!”
Ik stond ernaast en ineens besefte ik hoeveel waarde mensen als Joke en haar natuurgidsen aan ons Park toevoegen. Zo organiseert Joke niet alleen kinderactiviteiten, maar slaapt ze in de zomer regelmatig een nachtje onder de sterrenhemel als de Kindersafarikampen weer gehouden worden. Ze zei eens tegen mij: “ik blijf me verwonderen over de verwondering van kinderen bij het zien van al dat moois. Als je er met je neus bovenop staat, dan is natuur ineens niet zo saai meer. Die verwondering, daar doe ik het voor.” Als voormalig docent weet Joke dan ook precies hoe ze kinderen moet aanspreken. Die kennis gebruikt ze om het hele jaar door om met een hele groep vrijwilligers de leukste dingen voor de jongste avonturiers te organiseren.
Zonder vrijwilligers kan het Park geen rondleidingen en safari’s meer organiseren en het hout voor de nestkastjes en voederplanken zou ongebruikt in het magazijn blijven liggen . Kortom: het Park zou vleugellam worden zonder deze bijzondere mensen.
Zonder de vrijwilligers zouden veel activiteiten of evenementen gewoonweg niet gebeuren. Het Nationale Park zou het publiek in veel mindere mate kunnen laten zien hoe bijzonder het is en wat er allemaal te ontdekken valt.
Daarom zijn onze vrijwilligers – die kou en regen met een glimlach trotseren – onze helden!