Ik ben 45 altijd in de zorg gewerkt. Ga om de dag naar verpleegh. waar mijn schoonmoeder woont. Mijn schoonmoeder heeft zich in haar leven niet zo gelieft gemaakt had geen vrienden en fam liet haar naar haar dood schoonvader aan haar lot over ze ging dementeren ze was nog maar 68. Ze was alleen ze was altijd hard kon geen liefde geven en verwachtte van iedereen hetzelfde. Werken dat was haar motto. Maar nu is ze een ander die wel behoefte heeft aan een knuffel of een arm. Ik heb er altijd doorheen gekeken en probeer haar nu zo veel mogelijk te helpen en bij te staan. Maar ze begrijpt het niet waar is iedereen. Ik kom zoveel ik kan en neem haar vaak mee wandelen of winkelen. Ik probeer er nog iets van te maken en dat is wel erg moeilijk. Ik kan genieten van de fijne dingen die ze soms zegt. Ik doe het niet alleen omdat ze mijn schoonmoeder is maar ook omdat een mens hoort niet alleen te zijn. En als ik er dan ben zijn er nog 8 mensen (dementerende) die mee kunnen genieten.